Na regen komt altijd weer zonneschijn, waardoor zonnepanelen energie opwekken uit een onuitputtelijke bron. (Nou ja, ook de zon gaat natuurlijk een keertje op, maar dat duurt nog wel een jaartje of 5 miljard.) Om energie te kunnen opwekken uit zonlicht zijn er grofweg drie vormen ontwikkeld: Zonnepanelen, zonnespiegels en zonneschotels.

Zonnepanelen zetten het licht van de zon om in elektriciteit, dit wordt ook wel een fotovoltaïsche reactie genoemd. Zonnepanelen worden daarom ook wel PV-systemen genoemd, naar de engelse term ‘photo voltaïc’. Het is de meestvoorkomende vorm van zonne-energie in Nederland. Van kleine draagbare zonnepaneeltjes om je telefoon op te laden tijdens het kamperen tot zonnepanelen op de daken van gebouwen. Dit komt omdat zonnepanelen werken overal werken, ook als het zonlicht gefilterd of weerkaatst wordt door bewolking. De andere twee zonne-energie installaties hebben altijd direct zonlicht nodig en worden daarom vaak alleen gebruikt in gebieden als zuid-Europa of in de woestijn.

Een zonnespiegel is een holle spiegel die het zonlicht vang en in een geconcentreerde bundel vloeistof laat verwarmen. Weet je nog hoe je vroeger met een vergrootglas een gaatje kon branden in papier? Zonnespiegels maken dus gebruik van hetzelfde principe. De geconcentreerde straal kan de zogenaamde thermische olie in de zonnespiegels opwarmen tot wel 400 graden Celsius. Deze olie verwarmt vervolgens weer water dat uiteraard bij zo’n hitte gaat koken en stoom produceert. Een stoomturbine gebruikt op zijn beurt de stoom om de energie op te wekken. Grote velden vol met deze zonnespiegels kun je tegenkomen in Spanje.

Doordat de meest efficiënte vorm van zonne-energie opvangen door middel van zonnespiegels en zonneschotels gebeurt, betekend het dat er lange en grote hoogspanningskabels nodig zijn om de opgewekte energie in de gebieden te brengen die geen direct zonlicht hebben. Daarnaast zit je met zonne-energie ook altijd met de opslag van energie, immers, de meeste energie is nodig als de zon niet schijnt.

Zonnecentrales nemen ook veel grondoppervlak in beslag, waardoor de natuurlijke eco-systemen flink verstoord kunnen worden. Het is niet bekend of de natuur op de één of andere manier beïnvloed zou kunnen worden door het wegvangen van deze grote energiebron.

Daarnaast verbruiken zonnespiegels erg veel water dat niet hergebruikt kan worden. Juist omdat deze zonnecentrales in gebieden moeten staan met direct zonlicht nemen ze zo water af van al droge gebieden, wat desastreuze gevolgen kan hebben.